de strijd om de opinie en de openbare ruimte

Gepubliceerd op 5 juni 2022 om 20:55

Welke grenzen zijn er aan de vrije meningsuiting? Moeten universiteiten en mainstream media open staan voor alle meningen? Of moeten ze in naam van de democratie en tolerantie sprekers weigeren? Maken ze met met een open houding deel uitmaken van een "normaliseringsbrigade van extreemrechts"? Of maken ze de noodzakelijke brug om de polarisatie in de samenleving te overstijgen? De vraag is terug van nooit echt weg geweest.

 

"What´s in a name?"

Om het met de Engelse uitdrukking te zeggen: what´s in a name? Een spervuur van verliest pijlsnel haar betekenis waardoor ze te pas en te onpas gebuikt worden om zo hun hun betekenis te verliezen.

Een frappant voorbeeld hiervan is o.a. de term ‘haat ,en specifieker: het verspreiden van haat met als doel de ondermijning van de democratie. Het grote fantoomgevecht tegenover het ‘fascisme’. Het zijn maar enkele voorbeelden van verwensingen die men keer op keer aanhaalt om de politieke tegenstanders de mond te snoeren.

Wat is er dan nog haatdragend aan een boodschap die ongeveer 25% van de Vlamingen met elkaar delen die moet gehoord worden tijdens een regeringsvorming? Is dat net niet de essentie van de democratie, dat de winnende partijen aan zet komen en niet de partijen die al 30 jaar het ene verlies na het andere weten te boeken? Is extremisme dan niet de onwil om al dan niet over te gaan tot geweld om doelen te bereiken? Vanwaar komt dan dat rechtse politieke geweld? Bestaat er dan eigenlijk nog een fascisme, uitgezonderd misschien de overheid met diens drang naar autoritarisme en collectieve maatregelen om ongevaccineerden uit te sluiten?

Diegene die de jarretels-show van Lieven De Boeve op de jaarlijkse pride carnavalsstoet tot de seksuele norm willen verheffen omtrent seksualiteit in Vlaanderen zullen bepalen wat u buitengewoon moet vinden. Zelf krijgt u daartoe het recht niet meer.

 

De valse rechtvaardiging van Popper

De intellectuele rechtvaardiging die je dan ziet opduiken is die van liberaal theoreticus Karl Popper. Namelijk dat je aan de democratie de grens moet stellen van diegene die de democratie zouden bedreigen. Karl Popper doelde hiermee vooral op het historische voorbeelden van Hitler, alsook Stalinisten etc.
Dit is vandaag niet eens aan de orde gezien de stemmen hier in Vlaanderen, of bij extensie België niet oproepen om de democratie af te schaffen, wel integendeel ze te versterken door oa het subsidiariteitsprincipe toe te passen.

Waar Karl Popper trouwens de bal als theoreticus, en velen die hem volgen, mis wist te slagen is dat de democratie vasthangt aan het principe van het liberalisme. Deze zijn als het erop aankomt net het tegenovergestelde van elkaar. Het liberalisme heeft met zijn negatief vrijheidsconcept de democratie uitgehold, waarin vooral de bevrijding van het individu ten opzichte van de gemeenschap is komen centraal te staan. In plaats van die individuele vrijheid te zien als een voortkomen uit de organische groei en rechten en plichten van de gemeenschap.
Meer nog als het verkeerde concept van individuele vrijheid heeft het liberalisme de gemeenschap hun gemeenschappelijke waarden uitgehold om gemakkelijk nog consensus te vinden over bv ethische en morele kwesties. Niet voor niets dat het politieke centrum zo wegzakt in de peilingen.


Als laatste is er de open samenleving zoals door Karl Popper gedefinieerd vrij duidelijk net datgene wat de stemmen die oproepen tot her verengen van het publieke debat zelf bestrijden. Namelijk dat je als mens en als samenleving open staat tot de imperfectie van ideeën en opvattingen. De vijanden van de open samenleving waren voor Karl Popper de regimes die niet open stonden voor het idee dat ze foute ideeën opvattingen zouden kunnen hebben. Ook het einde van de geschiedenis als eindpunt nemen beruste volgens Karl Popper op de foute veronderstelling dat op een gegeven moment er een wereldbeschaving zou zijn waarbij alle politieke kwesties zouden zijn opgelost en uitgevochten. Dat was de spanning en de prijs die wij met zijn allen moeten betalen om in een open samenleving te leven. Misschien moeten diegene die het narratief nu in handen hebben voor de mogelijkheid open staan dat ze wel eens een foute redeneringen hebben gemaakt. Dat erkennen in de reële wereld, los van abstracte idealen met mogelijk nobele doeleinden, is net de beste verdediging van een open samenleving.

 

Chantage als middel in de politieke oorlog

De K.U.L. is vandaag kop van jut omdat ze, zogezegd, een podium geven aan "extreemrechts". Gaat men er niet vanuit dan dat de universitairen zelf kritisch kunnen zijn? Of denken ze dat deze groep zo beïnvloedbaar is dat men na een ´foute´ lezing in staat is tot extremisme? Voor de tolerante deugdmensen die er prat op gaan dat ze uitgaan van een positief mensbeeld zou zo een redenering toch niet te verwachten zijn.

Uiteraard zit hier een verdere strategie achter... als je er nog maar aan denkt om hun narratief wat kritisch te benaderen ga je voor de politiek correcte bijl. Je krijgt steevast de kritiek of de verdachtmaking zelf stiekem te behoren tot die grote extremistische beweging die al sinds 1946 terug aan een opmars bezig is. Het idee hierachter is niet zo nieuw en komt oorspronkelijk zelfs niet uit een ‘flinkse’ hoek, maar namelijk uit de ideeën van Carl Schmitt dat een liberale democratie in feite een zwak gegeven is, met name dat die liberale democratie in staat is zichzelf op te heffen. Hij stelt dat politiek zichzelf definieert vanuit tot wie we als vriend en vijand beschouwen. Dat je dus met andere woorden om politiek te bedrijven niet zozeer argumenten moet gebruiken maar een bepaald vriend en vijandsbeeld moet bepalen. Vanuit die scheidingslijn voeren de globalisten een politieke oorlog. Zodra men een vijandige term kan plakken, deze hoeft zeker niet op feiten of argumenten gebaseerd te zijn voor alle duidelijkheid, moet men niet langer ingaan op inhoud en eigent men zich het recht toe om alle middelen zoals chantage of smaad te gebruiken.

Een sterk voorbeeld hiervan, naast de klassieke links-rechts discussies, is de manier waarop men de afgelopen 2 jaar tegen de kritische stemmen binnen het coronadebat is ingegaan. Het archetypisch voorbeeld van Sam Brokken, onderzoekswetenschapper aan hogeschool PXL Hasselt werd ontzet uit zijn functie terwijl hij achteraf feitelijk gelijk kreeg. De stigmatisering van antivaxxers of wetenschapsontkenners was hierin dezelfde. Niet toevallig zoeken ijverige complotdenkers deze te verbinden met elkaar.

 

De verbindende factor

Er is altijd sprake van een verbindende factor al kennen actoren zoals journalisten, politici, wetenschappers en activisten elkaar veelal niet. Wat is het dan, datgene wat deze verschillende actoren verbindt in hun ideologie? Of, waar weet zich de niet zo nieuwe- politieke scheidingslijn zich dan te bevinden?

Vooreerst is er de verbindende factor van het vijandsbeeld. Gemeenschappelijke vijanden maken vaak goede vrienden, ook binnen de politiek. Zelfs wanneer het neergeschreven verhaal een fantoombeeld schept, namelijk: dat iedere migratiecriticus een fascist is, dat iedereen die kritiek heeft op het VS en NATO-imperialisme, een Poetinaanhanger en iedere criticus tegenover de dwangmatige aanpak van de lockdowns en (semi) verplichte vaccinaties een wetenschapsontkenner is. Het is moeilijker te verkopen waar je zelf voor staat, dan je te focussen op een gemeenschappelijke vijand en het deel uitmaken van een imaginaire meerderheid waarin je naar hartenlust kan trappen naar je politieke tegenstanders (die vaak zonder hen te kennen) de grootste verbindende factor zijn.

Een tweede verbindende factor die meteen een scheidingslijn tussen de kritische menigte en stemmen en die van het politiek systeem is het geloof in de maakbare mens. Een geloof in de maakbare mens en samenleving, zonder grenzen en met enkel kunstmatige verbanden. Van het utopische communisme tot het transhumanisme en een unipolaire wereldstaat onder leiding van de Angelsaksische mogendheden kunnen zich daarin perfect vinden als ideologische bondgenoten. Al zijn deze ideologieën slechts gedragen door een absolute minderheid en hebben ze zeer extreme excessen, en stuit deze op een intuïtief verzet bij een steeds groter deel van de bevolking, ze proberen zich voor te doen als het centrum van de samenleving wat anderen mag naar de marge schuiven.

 

Opinies in de openbare ruimte

Het gaat hen om een dwingend geloof om elke kritische stem tegen het narratief van de maakbaarheid te voorkomen opdat zij nog maar gehoord worden op universiteiten, in de media en op straat. Er is bijzonder veel ongeloof dat men nog met argumenten de samenleving kan sturen, vandaar de steeds grotere aanval op specifieke personen. Wat bij globalisten wordt omschreven als ‘de normaliseringsbrigade’ van extreemrechts of de intellectuelen van de wappie beweging. Zij vormen een verbinding, waardoor debatten in de samenleving een nieuwe levensadem wordt ingeblazen, terwijl men zelf geen geloof meer heeft in de eigen ideologie.

 

Om het samen te vatten in een quote van Hannah Arendt: "Er zijn geen gevaarlijke gedachten, denken zelf is gevaarlijk."



Lander Kerkhofs

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.