Bij elk ingenomen standpunt dat de massale migratie bekritiseerd, komt het verwijt vanuit het politieke centrum alsook de postmoderne uiterst politiek correcte bewegingen te boven: racisme. De denkpiste is vrij eenvoudig, iemand die niet zomaar de nieuwe realiteit, een toestroom van 160 miljoen migranten naar Europa op 30 jaar tijd wil zien gebeuren, doet dit eigenlijk uit een soort verdoken racisme. Die zal, zonder er misschien zelf van bewust van te zijn, haatdragend en xenofobisch zijn naar mensen met een andere culturele achtergrond. Het verwijt racisme wordt hoe langer hoe meer uitgehold door het te pas en te onpas te gebruiken in elk debat. Voor iemand die zich bezondigt aan, al dan niet bewust, racisme, moet vervolgens niet meer worden serieus genomen en beland meteen bij het extreemrechts huisvuil.
We gaan beginnen waar de basis ligt voor het identitair denken, of het nationalisme, bij de tegenverlichting. Als reactie op de Franse verlichting, die we kennen van grote denkers als Voltaire en Rousseau, kwam er in Duitsland een tegenverlichting op gang waarin het volksnationalisme zijn grondslagen vindt. Duitse filosoof Johan Herder zag elk 'volk' als een eenheid die gebonden was door een specifieke taal, cultuur en geschiedenis. Als grootste bedreiging van deze eigenheid van elk volk zag hij de imperialistische gedachten van de Franse verlichting (dit werd ook duidelijk door oa de veldtochten van Napoleon Bonaparte als gevolg). Er was in begin een vriendschappelijke band tussen Rousseau en Herder, maar die werd ondermijnt doordat Herder nadrukkelijk afstand nam van racisme, terwijl Rousseau en de verlichtingsdenkers dat nadrukkelijk niet deden. "Ons deel van de wereld zou niet het meest verstandige mogen worden genoemd, maar het meest arrogante, agressieve op geld beluste: wat het deze mensen heeft gegeven is niet beschaving maar de vernieling van de fundamenten van hun eigen cultuur".
Is er dan iets veranderd?
Er is in de laatste 200 jaar natuurlijk zeer veel veranderd en er wordt veelvuldig verwezen naar de wereldoorlogen, maar daar komen we dadelijk nog op terug. Inhoudelijk zien we vandaag de dag echter dezelfde breuklijn tussen verlichting en tegenverlichting op internationaal gebied. Onlangs gaf liberaal boegbeeld Egbert Lachaert een interview met een opmerkelijke passage: "Ik zou overal ter wereld gelukkig kunnen zijn, dat geeft me gemoedsrust". Hij kreeg nogal veel kritiek op sociale media, gezien dit overkomt alsof wanneer het in West-Europa misloopt, hij met wat meer middelen dan de gemiddelde burger, eventjes kan verhuizen naar waar het beter is dan hier.
Het geeft weer hoe de "Davos-mensen" denken. De Davos-mensen is een term uit de werken van Samuel Hunnington, die bekend is van het werk: The clash of civilizations (1996). Het is een vrij select clubje managers dat naties ziet als achterhaald voor hun globale ambities, en zien samenlevingen als grote bedrijven die vooral aan efficiëntie moeten winnen. "Davos mensen hebben weinig nood aan nationale loyaliteit. Ze zien nationale grenzen als obstakels die aan het verdwijnen zijn. Nationale regeringen zien ze als restanten van het verleden. De enige nuttige functie van deze, is het faciliteren van de elite hun globale operaties." De liberalen zijn hier in België de laatste jaren ook vrij succesvol geweest om grote posten bij supranationale instellingen te verdienen door het uitverkopen van de natie hun belangen. Denk maar aan Karel De Gucht, Guy Verhofstadt, Didier Reynders en Charles Michel. Cultureel voelen ze niets voor naties, niets voor cultuur. In het liberale denken is dit vooral iets waar het individu zich uit moet bevrijden.
Het liberalisme gaat in wezen uit van een negatieve vrijheid, een vrijheid die je krijgt door je te ontdoen van bijvoorbeeld je natie, je sociaal-economische klasse en zelfs de laatste tijd je eigen geslacht. Het enige telt is het gefantaseerde individu, dat zichzelf eigenlijk maakt en creëert. Dat laatste is een mythe die in stand wordt gehouden.
Het individu krijgt namelijk voor het zelfs geboren wordt een reeks culturele en fysieke bagage mee, zonder hier een keuze in te hebben. Dat was reeds de kritiek van oa Herder en Fichte 200 jaar geleden op de Franse verlichting met het idee van het sociaal contract. Dat hier in Vlaanderen momenteel de voertaal is, en officieus in de tweede plaats het Engels, is één van de factoren van onze geworpenheid (Heidegger) in deze wereld.
Botsende beschavingen
Vandaag kunnen we op 2 manieren omgaan met een andere cultuur. Enerzijds kunnen we verwachten dat onze cultuur de blauwdruk is voor de wereld en universeel overal moet gelden. Dat is ook doorgaans de nadruk die men, ook en vooral in het politieke centrum, heeft. De verlichtingswaarden worden ook als superieur geacht ten opzichte van alle andere culturen. Daarin maakt men al dan niet opzettelijk de verwarring dat een technologische of economische superioriteit ook meteen gelijk staat aan een hogere culturele waarde. Voor de liberale denkers verloopt de wereldgeschiedenis ook lineair, en zal elk volk zich vroeg of laat dan ook moeten aanpassen aan de liberale en universele waarden, geformuleerd in de Universele Verklaringen van de Rechten van de Mens. Veelzeggend is bijvoorbeeld de uitspraak van Gwendolyn Rutten, de voormalige voorzitter van Open VLD (één van de weinigen die niet geslaagd is in een topjob bij een supranationale instelling te verwerven): Onze cultuur is superieur ten opzichte van andere culturen en dat mag gezegd worden. Een directe verwijzing naar de lineaire geschiedenisopvatting en de universele blauwdruk die moet dienen voor de globale werelbeschaving.
Dat er verschillende beschavingen naast elkaar kunnen bestaan en zich op gelijkwaardige voet kunnen onderhandelen. Dat er verschillende beschavingen zijn, in plaats van 1 universele, kan je ook terugbrengen tot Oswald Spengler, die reeds in 1918 en 1922 een enorm werk uitbracht: Untergang des abendlandes, waarin hij werkt met een comperatieve methode tussen verschillende beschavingen in verschillende tijden. Daarin kwam hij tot de vaststelling dat de wereldgeschiedenis niet lineair verloopt, zoals nog steeds voorgehouden door de verlichtingsdenkers. De geschiedenis van elke beschaving verloopt in verschillende stadia met opkomst en verval, en elke beschaving of cultuur heeft zo zijn eigen karaktereigenschappen die het uniek maakte. De westerse beschaving was volgens Spengler uniek vanwege een drang naar kennis en controle, waarvan het archetype voor onze culturele ziel de faustische ziel was. Faust, die zijn ziel verkocht aan de duivel in ruil voor kennis, in het werk van Goethe. Daarin lag volgens Spengler ook reeds onze ondergang op termijn, dat we alles zodanig zouden proberen overcalculeren, en daarmee onze eigen culturele creativiteit zouden vervangen door massacultuur en productie.
Vandaag wordt trouwens ook een gelijkaardige manier bepleit in een actuele vorm door denkers als Alexandr Dugin in de 4de politieke theorie, namelijk door te pleiten voor multipolariteit. In plaats van één universele wereldbeschaving te bepleiten (die zijn barrières in 1991 had overwonnen volgens Fukyama), erkennen dat er niet 1 universele geldende moraal en cultuur is en ook niet moet komen. Elke cultuur is cultureel evenwaardig volgens dat principe, ook al bevinden culturen zich in een ander stadium van hun ontwikkeling, of organiseren zich bijvoorbeeld volgens heel andere (bv religieuze) principes. "Globalisering is dus niets meer dan een globaal ingezet model van West-Europees, of beter, angelsaksisch ethnocentrisme, dat de pure manifestatie is van een racistische ideologie".
En de cultuurmarxisten/postmodernisten?
De grootste anti-racisten bij uitstek zijn doorgaan de uiterst linkse zijde. Ze gaan zelfs zover in hun anti-racisme dat zogenaamde ecologische partijen er geen probleem van kunnen maken wanneer moslims hier eisen dat ze onverdoofd kunnen slachten. Dit is natuurlijk enerzijds electoraal ingegeven, doordat allochtonen vernoemd als slachtoffers een groot kiezerspotentieel bevat om boven de kiesdrempel te kunnen blijven.
Postmodernisme is iets dat niet echt sterk aanslaat bij een groot deel van de bevolking. Anderzijds halen ze hun ideëen vaak bij oa de deconstructie van Derrida of Foucault, leden van de Frankfurter shule.
Deze zijn zonder het zelf graag toe te geven, echter de filosofische kinderen van de liberalen, die de negatieve bevrijding van het individu tot een volgend level trachten te brengen. De moderne filosofie, laten we kortweg zeggen de westerse filosofie sinds het rationalisme van Descartes, lag aan de basis voor hun van de uitwassen tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw. Hiervoor namen ze deels oa conservatieve filosofen zoals Heidegger hun ideëen over. Het westen had voor hun elementen die zouden kunnen leiden tot nieuwe opvliegingen van totalitarisme, en elke maatschappelijke norm (over bijvoorbeeld natie, tot gezinspatroon) was slechts een sociale constructie die dienden om een patriarchaat en bourgeoisie aan de macht te houden.
Waar ze aan voorbij gaan, is dat hun filosofie dezelfde negatieve vrijheid nastreeft als het liberalisme dat ze trachten te bekritiseren. Men zet zich, getuige het woke geweld van de cancell culture en culturele approration, nadrukkelijk af tegen de laatste fundamenten van de westerse cultuur zoals het nationalisme en het klassieke gezin als instituut. Centraal komt nog meer het eenzame subject te staan dat eigenhandig een hybride identiteit moet samenstellen. Mark Elchardus vatte dit onlangs nog mooi samen in zijn werk Reset als het kleine ideniteitstreven. Particuliere identiteit, zoals dat van het geslacht (of beter gezegd, één van de 43 genders) of de huidskleur primeert voor hun op een algemene vorm van burgerschap. Zo ondermijnen ze inderdaad weliswaar de westerse beschaving, maar brengen ze alleen een stadium dichterbij waar het liberalisme de voorloper van is. Het individu als subject die zich afzet tegen grote identiteiten als natie of religie.
Dit komt zeker niet over bij het merendeel van de migranten hier in West-Europa, en nog minder spreekt dit voor de mensen uit andere culturen in hun thuisland. Om het duidelijk te stellen, er zal geen significant gedeelte van de bevolking in Iran of China wachten op een drag queen story hour of op een algemene anti-religieuze of anti-nationalistische houding. Dit leeft vooral in de hoofden van jawel, de kinderen van de bourgeoisie en de betere middenklasse in het westen zelf. Het is echter geen globaal alternatief dat uitgaat van een nieuwe meerderheidscultuur.
Bovendien heeft radicaal links ook reeds langer het globalisme aanvaard. Waar in de jaren '80 nog sporadisch anti-globalistische elementen terug te vinden waren bij radicaal links, is deze volledig opgegaan in internationaal gezinde bewegingen. Michael Hardt en Antonio Negri schreven in de jaren '90 reeds dat ze enkel via de 'global empire' tot een nieuwe vorm van socialisme zouden komen. We vragen ons af of deze nu met de 4de industriële revolutie hun droom werkelijkheid zien worden of juist omgekeerd?
In ieder geval zijn er bij radicaal links jammer genoeg zelfs geen elementen te vinden die zich bijvoorbeeld verzoenen met het idee van nationale soevereiniteit of culturele eigenheid voor de Europeanen zelf. Integendeel worden deze liever gevizeerd met zinloze blogs die allerlei complotten verspreiden en een gefantaseerde strijd over een nieuw soort jaren '30 dat al sinds de jaren '70 aan de gang moet zijn.
Conclusie
De westerse moderne filosofie en liberale beschaving heeft een cultureel racistisch element in zich, in die optiek hebben de postmodernisten gelijk. Het liberale denken gaat uit dat hun (tijdelijke) economische en technologische superioriteit gelijk staat aan een superioriteit in cultuur.
Het geeft vaak een moreel excuus om landen te gaan platbombarderen onder het mom van het brengen van onze liberale democratie (cfr Syrië, Lybië, Irak,...) of het plunderen van andere arme landen hun grondstoffen. De beste reactie tegen racisme zit er in de tegenverlichting, en in multipolariteit.
Reactie plaatsen
Reacties