“Voorbij links en rechts, tegen het globalisme” is een leuze die te vinden is op publicaties van Feniks. Een spreuk die niet alleen duidelijk maakt waartegen de organisatie zich verzet in de maatschappij, maar tevens een boodschap meedraagt die de traditionele splitsing in ons politiek landschap overstijgt.
Nu, waarom is dit iets wat mij aanspreekt? Laat ik beginnen met het schetsen van mijn eigen persoonlijke politieke achtergrond. Ik ben reeds van jongs af aan gefascineerd door politiek, en ben jarenlang actief geweest in linkse milieus, vooral in de marxistische middens. Ik verdiepte me hierbinnen voornamelijk in internationale politieke ontwikkelingen en in wat bekendstaat als geopolitiek. De NAVO-invasie van Libië en de rampzalige gevolgen ervan waren een grote motivator om me verder toe te leggen op de studie van het imperialisme, en dan voornamelijk de rol van de westerse allianties zoals de NAVO hierin. Om het te zeggen in de woorden van Lenin, is imperialisme het hoogste stadium van het kapitalisme, en is de tegenstelling tussen imperialisme en haar slachtoffers de belangrijkste tegenstelling op wereldniveau.
In het bestuderen en evalueren van de strijd van verschillende landen en culturen voor hun eigen eigenheid en soevereiniteit botste ik vaak op de
vreemde tegenstelling tussen westerse samenlevingen en het Globale Zuiden. In de meeste landen is het bewaren en beschermen van de eigen cultuur iets logisch, iets fundamenteel en vanzelfsprekend. In landen zoals België ligt dat vreemd genoeg heel anders. Wat is eigenlijk nog onze eigen cultuur? Vaak is er fundamenteel weinig verschil meer in maatschappij tussen pakweg België, Duitsland, Engeland of zelfs de Verenigde Staten. Globalisering, en dan vooral de rol van de VS hierin, heeft een soort opper-structuur gelegd op onze samenleving, een van liberale vrije-marktwaarden en van kosmopolitisch eenheidsdenken. In Europa is het idee van het verdedigen van traditionele waarden vaak gemonopoliseerd door wat bekendstaat als rechts, maar op een manier die meestal niet al te diepgaand is. Aan de rechterzijde van de traditionele tegenstelling zien we vaak een overdreven angst voor “de vreemde”, voor anderstaligen, anderskleurigen en voor andere religies. Maar men mist vaak de essentie: het feit dat tradities geplet worden onder het kosmopolitisch liberaal-kapitalistisch systeem en de sociaal-culturele veranderingen die ermee gepaard gaan.
Aan de andere kant mist links dit culturele punt vaak volledig. Linkse partijen durven vragen stellen bij het economisch karakter van dit systeem en de asociale gevolgen, hoewel zelfs dit de laatste dertig jaar minder en minder fundamenteel gedaan durft te worden. Maar de connectie met de eigenheid van de cultuur en samenleving wordt vaak volkomen gemist. Vragen stellen over traditionele waarden, over ethische kwesties en over de nationale soevereiniteit van landen is bijna uit den boze, omdat dit nu eenmaal thema’s zijn die als “rechts” staan geboekstaafd.
Dit soort starre verdeeldheid van thema’s bestaan in een groot deel van de wereld hoegenaamd niet. Cubaanse aanhangers van Castro zijn doorgaans uitermate patriottisch, Chinese communisten hebben sterke traditionele waarden en respect voor de confuciaanse en boeddhistische tradities van hun land, en conservatieve moslim-politici in bijvoorbeeld Maleisië hebben vaak economische agenda’s die linkser zijn dat we zien bij de gemiddelde Europese sociaal-democraat. Het halsstarrige vasthouden aan een links-rechtsdenken uit daterende uit de 18de eeuw is nefast voor het correct kunnen benoemen van probleem en formuleren van oplossingen.
De voorbeelden die ik aanhaalde zijn uiteraard slechts illustraties. Ik pleit hier niet voor de overname van systemen als ware het een blauwdruk voor de Belgische samenleving. Het punt is dat het mogelijk is om tegelijk een strijd te voeren tegen de “rechtse” concepten als de liberale vrije markt, de besparingspolitiek, de privatiseringsobsessie en imperialistische interventies in het buitenland, als tegen de “linkse” ideeën als het uitbannen van religie uit het publieke leven, de gender-ideologie, de overmatige aandacht voor LGBT-identiteiten en het “wereldburgerschap” zonder wortels en zonder traditionele of nationale basis.
In feite zou dit vanzelfsprekend moeten zijn. In feite worden deze zogenaamde “rechtse” en “linkse” thema’s nu al gecombineerd en gepromoot door de propagandandisten van het liberaal kapitalisme en het globalisme. “Socially liberal but economically conservative” wordt dit vaak genoemd: "ongebreideld kapitalisme gecombineerd met de persoonlijke “vrijheid” om zijn heil te zoeken in drugs, seks of eender welke andere vorm van afleiding. Een maatschappij die zowat alles toelaat zolang het maar niet raakt aan de winsten die gemaakt kunnen worden door degenen aan de top. Wat wij kennen als rechts heeft tegenwoordig al te vaak de “progressief” liberale tegenstand tegen traditionele identiteiten en georganiseerde religie overgenomen, en vice versa is het idee van een soort superieur Westers model dat moet worden uitgedragen naar de rest van de wereld zelfs tegen hun eigen wil, nu ook sterk aanwezig bij links.
Hiertegen moet een antwoord gecreëerd worden dat verder gaat dan het oude links-rechts verhaal. Het probleem ligt niet bij de migrant zelf, maar bij het systeem dat van migratie een miljarden-business gemaakt heeft. En het probleem ligt ook niet bij de blanke heteroseksuele Vlaming, maar bij het systeem dat hem berooft van zijn werkzekerheid, van zijn pensioenstelsels en zelfs zijn fundamentele veiligheid. De vooroordelen die bestaan bij zowel links als rechts staan in de weg van een fundamentele oplossing voor de problemen in de samenleving.
Het moet mogelijk zijn om sociale rechtvaardigheid en economische menswaardigheid te combineren met het behoud en beschermen van eigen traditionele waarden en de nationale soevereiniteit van het land. In feite was dit hoe socialistische partijen decennialang gewerkt heeft, voordat het plaats maakte voor de vage progressieve agenda van de laatste paar tientallen jaren.
We leven in een wereld in uitermate snelle verandering. De structuur van wereldpolitiek die is opgezet na het einde van de Koude Oorlog, is uiteen aan het vallen. In plaats van een unipolair model beheerst door de VS en gesteund door de NAVO, is er een multipolaire orde ontstaan. Een wereld waarin elke beschaving de mogelijkheid heeft om zichzelf te ontplooien volgens haar eigen identiteit en haar eigen normen en waarden. De landen van Europa hebben nu ook de mogelijkheid om precies dit te doen: hun eigenheid terug in de kijker plaatsen en zich los trekken van de ontwortelde maatschappijvisie die door de neoliberale elite aan ons is opgelegd. De kapitalistische consumptiemaatschappij en kosmopolitisch individualisme is niet de cultuur van dit land of zelfs dit continent. Het is een van bovenaf opgelegde structuur die doorbroken kan, en moet, worden.
Dit is waarom ik me aangesproken voel door Feniks en door de boodschap “voorbij links en rechts”. De hoofd-tegenstelling op politiek vlak is die tussen het imperialisme, tegenwoordig vermomd als globalisme, en de rest van de wereld. Deze strijd overstijgt de achterhaalde tegenstelling waarin ons politiek systeem nog al te vaak vastgeroest zit.
Reactie plaatsen
Reacties