Iedereen die kritisch staat tegenover het gestelde narratief van een samenleving krijgt hier vroeg of laat mee te maken. Ze krijgen een beschrijvend containerbegrip zoals extreemrechts, extreemlinks, complotdenker, antivaxer,… Sinds kort worden ze samen geplaatst in een nieuw begrip namelijk “salad bar ideology’ of het anti-allesverhaal. Zo is het verhaal van de tegenbeweging ook geschetst in artikelen die verschenen zijn in de Knack en het Nieuwsblad de laatste maanden. Ze schetste de laatste maanden het resterende verhaal van de tegenbeweging in enkele artikelen. Afgelopen jaren zijn alle publieke uitdagers van het maatschappelijk narratief publiekelijk aangevallen: Mattias Desmet, Sarah Melis, Sam Brokken, Steven Onate de Arrazola, Thierry Baudet, zelfs Rik Torfs en uiteraard ook ondergetekende Feniks.
Bij elke crisis past men op maatschappelijk vlak slechts een eenzijdig verhaal toe. Een verhaal dat de status-quo zijn hegemonie versterkt en hun suprematie verder oplegt. Bij de coronapandemie waren dat lockdowns en massale vaccinaties om het gedrag van de mensen kunstmatig te sturen. Bij de oorlog in Oekraïne is dat massaal wapens leveren om Rusland zoveel mogelijk uit te putten. Bij de migratieproblematiek is dat migratie nog meer legaliseren en zo een nog sterker aanzuigeffect te creëren, ondanks de weerstand van de publieke opinie. Voor het klimaat moet en zal men het aantal landbouwers drastisch omlaag halen, ook al vernietigt men zo een heel belangrijke sector.
Men moet aan de juiste kant van de geschiedenis staan om er nog bij te horen. Dat er ook telkens andere visies zijn, die misschien tot menselijkere en socialere resultaten komen, mag men niet zeggen. Kritische geluiden, hoe genuanceerd ze ook mogen zijn, bekritiseert men en valt men publiekelijk aan. Het duidelijkste voorbeeld zijn de aanvallen op Mattias Desmet. Ook al neemt de meerderheid van zijn studenten het voor hem op, toch tracht men zijn positie af te nemen. Terwijl zijn boek tenminste stof geeft tot nadenken en sterk onderbouwd is.
Er zijn namelijk twee soorten verhalen: dat van “organische” intellectuelen zoals Mattias Desmet, die ondanks een kritisch geluid hun verhaal brengen en invloed uitoefenen op de publieke opinie. En dan heb je de “traditionele” intellectuelen die hun positie vooral te danken hebben aan het napraten van het dominante discours. Zij komen ruimschoots aan bod in de mainstream media, en ondanks een reeks uitschuivers, worden ze meestal financieel en positioneel sterk beloond. Dit verschil werd al door Antonio Gramsci benoemt als de “organische” en “traditionele” intellectuelen. Het doen luisteren naar het advies van de experten, is voor de media zoveel zeggen als dat men moet luisteren naar die van de traditionele intellectuelen, en ga dat vooral niet vergelijken met de organische intellectuelen.
Angst
De mens is angstig wanneer zij zelf een keuze moet maken en een oordeel moet vellen. En wanneer zij uit zichzelf moet overwegen dat het voorgekauwde narratief van de overheid en media weleens grondig fout kan zitten, brengt dat een angstreflex voort. Nietsvermoedend gaan veel mensen samenwerken, door het toxisch reageren op sociale media, of door mensen het leven onmogelijk te maken op hun werk.
Dit mag dan nog geen grof geweld zijn, zoals het rechtstreeks op iemands gezicht rammen met een wapenstok, maar het is wel moedwillig leed bezorgen. Volgens Friedrich Nietzsche was het type mens dat hier aan meedeed gedreven door ‘ressentiment’; een toxische jaloezie naar diegene die hun eigen waarden wel durfden te bepalen. "God is dood, maar er lopen nog veel priesters rond." (Genealogie van de moraal). Dat archetype zien we vandaag in de mensen die elk debat moraliseren als meningen die goed of minder geschikt zijn om de publieke ruimte te betreden.
Verbindende factor
De laatste jaren zijn de publieke drukkingsgroepen, intellectuelen en activisten enorm divers geworden.
Het jaarrapport van staatsveiligheid benoemde deze met de originele term van "salad bar ideology".
Deze term verraadt dat ze denken dat al die critici ideologisch gemotiveerd zouden zijn. Ideologiëen zijn echter voorbeelden van mechanistisch denken,
en hoewel deze ook nog steeds voorkomen, is vooral een anti-maakbaarheidsdenken dominant.
Hoe harder de culturele hegemonie probeert de massa te sturen en de mens te hermaken, des te meer kritische geluiden ontstaan.
Het anti-mechanistisch denken is vooral een verbindende factor dan een zogenaamde anti-overheidsextremisme of een anti-alles zijn.
Er is niets “anti” aan een organische of natuurlijke samenleving.
Er is daarenboven niets moreel superieur aan een wereldbeeld te verdedigen dat grondstofrijke landen onderdrukt met "debt traps",
of oorlogen aanstookt in o.a. Irak, Libië,Syrië, Jemen en Oekraïne. Verder is er helemaal niets superieur
aan het installeren van een technocratie die in wezen geleid wordt door de belangen van de farmaceutische industrie
en een grootschalige discriminatie institutionaliseerde. En er is helemaal niets verheven aan miljoenen migranten uit Afrika en het Midden-Oosten te ontwortellen door conflicten die men gemoedwillig zelf creeërt. Dit om hier de lonen kunstmatig laag te houden in het belang van multinationals die fabrieksarbeiders, vrachtwagenchauffeurs of mensen in de bouw niet meer willen laten verdienen. Maar grotendeels om ons allen te beroven van onze identiteit, van autochtoon en allochtoon gelijk en dit op internationale schaal, niemand wordt hiervan vrijwaart buiten deze die er baat bij hebben dat we allen niet meer sterk in onze schoenen staan. Het einde van echte diversiteit, onze waardigheid, is nabij.
Een falend systeem heeft de neiging om alsmaar toxischer te worden, maar de wereld is aan het veranderen.
Het is steeds moeilijker om het narratief te volgen dat de mens en samenleving een maakbaar geheel is volgens het teleologisch determinisme
dat globalisten voor zich houden. Een open en kritische houding is de enige manier om polarisatie te overstijgen.
Of om het in de woorden van Mattias Desmet te zeggen: "Waarheidsspreken is gevaarlijk, maar ook noodzakelijk.
Hoe vruchtbaar een maatschappelijke consensus op een bepaald moment ook moge zijn, als hij niet bijtijds doorbroken wordt,
verwordt hij tot dode letter, versmachtende schijn en hypocrisie."
Reactie plaatsen
Reacties